Spelverdeling | ||
Soort: |
B854 10963 52 A32 |
|
H93 HB72 6 HVB64 |
N W O Z |
AV76 V84 873 1098 |
102 A5 AHVB1094 75 |
Afhandeling:
Leider noemt de hoogte van de kaart niet de kleur ( onvolledige aanduiding). Gedacht kan worden aan Art46.B3a waarbij de blinde de kleur geacht wordt te vervolgen waarmee de slag is gemaakt indien er een kaart van deze hoogte aanwezig is.
Het is iedere bridger duidelijk dat het nooit de bedoeling van leider zal zijn om de klaveren te vervolgen.
Het kopje van Art.46B brengt de oplossing. De bedoeling van de leider is onomstotelijk namelijk 2 spelen.
Oost mag zijn kaart zonder rechtzetting terug nemen, maar het bezit ervan is wel OI voor de leider.
Afhandeling:
"eenklavertje" is een onvolledige aanduiding. Gedacht kan worden aan art.46B2
Echter ook hier moet tot de conclusie worden gekomen dat de leider onomstotelijk een kaart wil spelen.
Spelverdeling | ||
Deler:Noord Kwestb.:Alle Soort:Paren |
V962 HV 864 HVB3 |
|
105 A10832 B752 92 |
N W O Z |
83 9654 AV10 A764 |
AHB74 B7 H93 1085 |
Bieding | |||
West -- pas pas |
Noord pas 4 -- |
Oost pas pas -- |
Zuid 1 pas -- |
Afhandeling:
Bij het voorspelen wordt de leider geacht de kleur te vervolgen waarmee de blinde de voorafgaande slag gemaakt heeft indien er een kaart van de aangegeven hoogte in de kleur aanwezig is. Dus V. Is Art. 46B3a.
Echter tenzij de bedoeling van de leider onomstotelijk vaststaat. Aanhef Art.46.
De WL zal doormiddel van vragen moeten vaststellen welke regel moet worden toegepast.
Heeft leider direct en overtuigend geantwoordd op de vraag van Noord?
Logisch lijkt in dit geval dat de leider troef gaat trekken.
Er is geen zinnige rede te verzinnen dat de leider V zou willen spelen
Conclusie zal zijn dat V bedoeld wordt.
Situatie:
Blinde aan slag, leider zegt "hartenboer".
Wat moet blinde spelen als:
1. er geen harten kaart in blinde ligt?
2. er wel harten kaarten liggen maar geen boer?
Afhandeling:
In beide gevallen noemt leider een kaart die niet in blinde aanwezig is, de aanduiding is ongeldig. Leider mag elke reglementaire kaart kiezen. Art.46B4.
Opmerking:
Let wel, dit geldt alleen als de leider zowel kleur als hoogte noemt. Als de aanduiding onvolledig is bijvoorbeeld "harten", of "de boer" dan wordt het een stuk ingewikkelder.
In het eerste geval leider duidt de kleur aan maar niet de hoogte dan wordt hij geacht de laagste van de aangegeven kleur te hebben genoemd. Art.46B2
In het tweede geval leider duidt de hoogte van de kaart aan maar niet de kleur dan zijn er twee mogelijkheden, Art 46B3:
1. Ligt er een boer in blinde in de kleur waarmee blinde de voorafgaande slag heeft gemaakt. Dan geldt die kaart. Voorbeeld: leider is een vrije kleur uit blinde aan het afspelen. Als hij na hartenheer en hartenvrouw dan "de boer" zegt bedoelt hij natuurlijk hartenboer.
2. In alle andere gevallen moet de leider aangeven welke boer hij bedoelt als er twee of meer boeren in blinde liggen.
Ligt er geen boer in blinde dan mag de leider weer elke reglementaire kaart kiezen. Art.46B4.
Deler: Kwestb.: Soort: |
HB985 V8 A7 --- |